top of page
  • novatore

Femke zit in de flow: twee keer Nederlands record verbeterd

Bijgewerkt op: 15 mrt. 2021

Femke Pluim is 2021 goed begonnen. De door Novatore gesponsorde polsstokhoogspringster wist dit jaar al tot twee keer toe haar Nederlands indoorrecord te verbeteren: op 16 januari in Bordeaux tot 4,51 meter en op 31 januari in Tourcoing tot 4,52 meter. Ze zit in de flow, heeft haar focus op de Olympische Spelen in Tokio, waar ze komende zomer wil vlammen. Ze laat zich niet afstoppen door corona, lockdown of negativiteit.


Die prestaties en records zijn vast opstekers op weg naar Tokio?

“Ja, zeker. Het was spannend hoe dit seizoen zou gaan lopen. Veel mensen doen er gestrest over, wegens de onzekerheid door corona. Ik heb dat niet. Sommige dingen heb je niet in de hand. Ik ben blij met elke kans die zich voordoet. Bijvoorbeeld om eindelijk weer wedstrijden te kunnen springen, zoals de afgelopen weken in Frankrijk. Na een stuk of 160 blessures vind ik trainen op zich ook al heel leuk, al is het wel fijn als je met een doel traint en op wedstrijden kunt laten zien wat je waard bent.”


Is dat blessureleed nu definitief achter de rug?

“Gelukkig wel, ik had vanaf 2016, bij de Olympische Spelen in Rio, al last van mijn voet. Dat ging sindsdien op en af, maar het werd steeds erger. In 2018 ben ik geopereerd, want ik bleek een botvergroeiing aan mijn hak te hebben. Na de revalidatie had ik geen pijn meer en kon ik weer springen. Maar bij de derde wedstrijd scheurde ik een pees onder mijn voet. Ja, diezelfde voet. Dat was écht kák! Een dubbele setback. Het herstelproces was ook mentaal veel zwaarder dan die eerste keer; die zag ik aankomen en ik kon er rekening mee houden. Als ik beter wilde worden en hoger springen, was die operatie gewoon nodig. Maar met die pees was ik echt down. Dan denk je: waar doe ik het allemaal voor?

Nu ik hersteld ben, besef ik dat het me ook heeft geholpen om bewust na te denken over wat ik doe, wat ik heb. Zodat ik nu nog meer kan genieten van het sporten. Ik ben superdankbaar dat ik dit kan doen, dat ik me goed voel. Soms zie ik andere atleten bij wedstrijden en dan vraag ik me af of zij het wel leuk vinden.”


Toen je in 2020 weer helemaal fit was, viel alles stil door corona…

“Inderdaad, helaas. Ik sprong op het NK en haalde daar de limiet voor het EK… dat toen niet doorging.”


Kwam het na die periode met blessures eigenlijk goed uit dat de Spelen in Tokio een jaar werden uitgesteld?

“Ik ben denk ik een van de weinige atleten voor wie het niet slecht uitkwam. Het gaf me sowieso meer tijd om weer op niveau te komen. Ook qua kwalificatieprocedure hielp het me: je moet tegenwoordig meerdere wedstrijden springen en op basis van je resultaten krijg je dan punten voor de ranking die het IOC hanteert. Ik moest weer onderaan beginnen. Als je lang geblesseerd bent geweest, sta je 10-0 achter.

Het is nog steeds lastig, want ik heb weinig wedstrijden staan: in 2019 was ik geblesseerd en in 2020 waren er geen wedstrijden. Ik moet nu punten pakken. Daarom zijn die resultaten van januari ook zo welkom.”


Wat moet je nog doen om een ticket voor Tokio te bemachtigen?

“Je moet goede scores in vijf wedstrijden verzamelen, waarvan er minimaal drie bij outdoor-evenementen. Ik heb goede indoorcijfers, maar moet nu nog die drie outdoorprestaties neerzetten om in de ranking te komen. Alleen is nog niet bekend of en wanneer die wedstrijden er komen. Dat zal pas vanaf mei zijn. Hoe zit het dan met de lockdown: wat mag en kan? En zijn er mensen bereid om een evenement te organiseren? Als atleet besefte ik niet wat er allemaal bij komt kijken. Totdat ik een keer in de organisatie zat van een wedstrijd in het centrum van Alphen aan den Rijn; toen ontdekte ik hoeveel werk het is. Sindsdien ga ik bij wedstrijden altijd even langs de jury: bedankt dat jullie er zijn.

Er is trouwens nóg een andere manier om me te kwalificeren: één keer 4,70 meter springen in een officiële wedstrijd.”


Dat is wel heel hoog, toch? Je nationaal record buiten staat op 4,55 meter.

“Dat klinkt als een groot verschil, maar bij polsstokhoogspringen is zoiets niet onmogelijk. Je hebt elke keer weer drie pogingen. Elke keer een kans dat het lukt.”


Kun je ondanks de lockdown volop trainen?

“Ja, ik train op Papendal, sinds de Spelen van 2016. Ik ben daarvoor ook verhuisd naar Arnhem. Toen ik als puppy voor het eerst op Papendal kwam, dacht ik dat het heel sociaal zou zijn: sporters onder elkaar. Nou, dat was de meest naïeve gedachte ooit. De sporters zijn op zich wel sociaal en binnen de atletiek kent iedereen elkaar. Ik kom er graag: het is best gezellig en iedere keer dat ik het complex op rijd, is dat motiverend. Het ademt echt een topsportmentaliteit uit.”


Train je alleen of met andere atleten?

“In 2016 begon ik alleen, met trainer Robbert-Jan Jansen die toen ook begon. In de afgelopen jaren is polsstokhoogspringen in Nederland aangetrokken. Nu trainen we met z’n drieën en soms doet ook een Belgische atlete mee, met wie ik het goed kan vinden. Zo langzamerhand hebben we een leuk groepje gecreëerd. Heel fijn, want ik houd ervan om samen te werken met anderen, in harmonie.”


Inmiddels is er weer onzekerheid of Tokio dit jaar wél kan doorgaan. Hoe ga je daarmee om?

“Ik merk dat ook andere mensen daar veel meer mee bezig zijn dan ik. Ik hoop natuurlijk dat de Spelen doorgaan, en het zal een tegenvaller zijn als dat niet zo is. Maar ik ben heel erg nuchter: ík kan er weinig aan veranderen… Wel zal ik ervoor zorgen dat wát ik moet doen, ik dat goed doe. Daar zal het zeker niet aan liggen.”




168 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page