top of page
  • novatore

Openhartig interview met Maureen Koster en Femke Pluim (deel 1)

Bijgewerkt op: 10 mrt. 2021

U moet de groeten hebben van Femke Pluim en Maureen Koster. Ranke atleten die hun sport beoefenen als kunst en op de nominatie staan voor hun tweede Olympische Spelen. Dit keer in Tokio, 2021. Vanwege corona een jaar later dan gepland. Dat was wel even schrikken, want het valt niet mee om alleen maar te trainen… zonder een EK, een WK, internationale wedstrijden. Kortom: zonder uitzicht. En er valt ook geen startgeld meer te verdienen. Het woord beklemmend viel.

Maureen Koster (28) en Femke Pluim (26) hebben veel gemeen, ook dat ze beiden in Gouda geboren zijn. Ze kozen binnen de atletiek elk hun eigen tak van sport. De één slingert zich via de polsstok over 4.55 meter. Zo hoog als twee etages. Maar ze is niet snel tevreden: het moet nóg hoger. De ander loopt op verschillende afstanden zo snel dat de camera’s haar met moeite bijhouden. En toch moet het nóg sneller. Twee leuke meiden. Gepassioneerd en gedreven. Femke studeerde bewegingstechnologie en Maureen rechten. Beiden hebben een aanstekelijke lach. En één gezamenlijke sponsor: Novatore.

Een gesprek over wat ze allemaal voor topsport moeten doen en soms moeten laten. Lijkt topsport in zekere zin niet ’n beetje op het bedrijfsleven? Maureen: ‘’Absoluut. Er is zelfs een grotere link dan mensen vermoeden. Want wij zijn eigenlijk ons eigen bedrijf. Ook wij hebben een structuur om planmatig ons doel te bereiken. Liefst ook in zo’n kort mogelijke tijd en zo efficiënt mogelijk. Snel filteren: wat is nodig en wat is overbodig? Snel de randvoorwaarden zien. En dan heb ik het wel over atleten, want voetballers hebben het daarentegen juist weer erg makkelijk. Raar eigenlijk, want in de atletiekwereld is juist minder te verdienen. Tenzij je Dafne Schippers bent.


Wij moeten het hebben van het geluk een sponsor te vinden. En van startgelden. Dus geen enkele atleet denkt: ik ga nu stoppen met mijn studie, want dit wordt mijn vak. Niet één. Want als ze dat wel zouden doen, komen ze er na een jaar achter: nu hebben we niks meer.’’ Femke: ‘’In topsport weten mensen wat ze willen en gaat alles in een hoog tempo. Voor mijn gevoel gaat het juist in het bedrijfsleven wat langzamer en misschien ook vager. In de topsport wil je spijkers met koppen slaan, zo van: ik ben hier nu en ik wil iets bereiken. En dat gaan we dus niet volgende week nog een keer bespreken.’’ Voorbeelden?

Femke: ‘’Ik loop nu twee dagen per week stage bij de Sint Maartenskliniek, een revalidatiecentrum in Nijmegen. Dat vind ik vermoeiend, maar ook leuk. Het is geen stage waar je achter iemand aanholt. Je moet zelf iets uit de grond stampen. Erg leerzaam, want die mensen in zo’n revalidatiecentrum zijn besluiteloos, hebben de hele dag de tijd… Dus bij de eerste vergadering dacht ik: sorry, waar gaat dit over en wat doe ik hier? Maar bij de tweede kwam ik als nieuwe stagiaire al met voorstellen en ideeën. Maar dat komt misschien ook doordat ik altijd al de behoefte had me mens te voelen naast sporter. Daarom wil ik het ook voltooien en dat standpunt na de stage blijven uitdragen, want ik vind dat topsporters soms de connectie met de wereld verliezen. Ik wil niet alleen dat meisje zijn dat over een lat heen springt, want dat is niet voor eeuwig. En natuurlijk zeggen mensen dan: waarom doe je dat zo vlak voor de Olympische Spelen? Maar het voegt iets wezenlijks toe. Het is heel gevarieerd en heeft ook een einddatum. Het geeft me voldoening.’’ Wat verwachten sponsors van topsporters? Maureen: ‘’Dat verschilt per sport. De tegenprestatie van atleten is bijna speurwerk. Buiten clinics, workshops en een ambassadeurschap liggen de mogelijkheden voor ons niet voor het oprapen. Zelfs kledingreclame geeft maar in heel beperkte mate soelaas, want zoveel hebben we er niet aan als we lopen. Los van het feit dat die uitingen dan ook nog aan veel voorschriften gebonden zijn.


Ik heb een manager die voor mij onderhandelt over startgelden bij wedstrijden en als het gaat om schoenen en kleding. Er is geen beginnen aan om dat zelf te doen. Dat is een vak apart en keihard onderhandelen. Met Novatore hebben we wat dat betreft een lot uit de loterij, omdat dat een bedrijf is dat zelf de connectie ziet tussen de prestaties in hun branche en die van ons in de topsport. Dat geluk moet je hebben. Bij hen speelt, denk ik, óók de gunfactor.

Tegenwoordig zie je trouwens ook dat het helpt bij het vinden van sponsors indien je als topsporter op Instagram ‘n beetje goed bent. Maar ik vind social media heel moeilijk, want de mensen laten daar altijd hun perfecte plaatje zien. En ik kan mezelf heel lastig anders voordoen dan ik ben. Ik heb ook geen behoefte om bij een chagrijnige bui leuk te doen op social media. Maar dat moet wel, want je kan daar niet melden als je er de pest in hebt. Bovendien heb ik niet die behoefte om alles met iedereen te delen, terwijl ik als topsporter besef dat ik dat eigenlijk wél zou moeten doen. Alles wat ik plaats is dus loop-georiënteerd. En om minimaal 20.000 volgers te halen, had ik er eerder aan moeten beginnen. En zou ik er per dag meer tijd aan moeten besteden. Maar die tijd heb ik niet. Daar komt nog bij dat de organisatie van de Olympische Spelen bepaalt wat je op Instagram zet, en niet ik. Die richtlijnen zijn heel strikt.’’ Femke: ‘’Jezelf verkopen moet je leuk vinden. Daarom heb ik op Instagram ook niet zoveel volgers. Komt ook doordat ik altijd het gevoel heb dat ik daar tegen het plafond zit te praten. Ik zie soms meisjes die een inhoud hebben van een zak chips, ja sorry dat ik zeg, maar die hebben wel 20.000 volgers. Ik wil juist dat de mensen mij niet alleen zien als atleet of als paalslinger, maar ook als mens.


Ik vind het leuk als een bedrijf mij sponsort omdat ze het mij gunnen. Dus niet plat van: 3000 volgers? Kansloos! 20.000? Ja, top! Doei, dan sponsor je een nummer. Ik wil juist voor de inhoud gaan. Vertellen hoe het is om topsporter te zijn, wat je ervoor over moet hebben. En dan in een zaal de verbazing zien: dat wist ik helemaal niet. Dat is leuk. Want er bestaat een beperkt beeld. Mensen denken ook allemaal dat we het financieel goed voor elkaar hebben. Maar voor 90% van de topsporters in Nederland is het echt geen vetpot.’’


Lees hier verder over wat ze allemaal voor topsport moeten doen en soms moeten laten.

Het grootste sportevenement in de wereld de “Olympische Spelen” zou in 2020 op 24 juli door Tokyo georganiseerd maar werd wegens het coronavirus (COVID-19) een jaar uitgesteld naar de zomer van 2021.


De exacte nieuwe data voor de Zomerspelen zijn van 23 juli tot en met 8 augustus 2021.



156 weergaven0 opmerkingen
bottom of page